Aan het begin van de klokkenindustrie werden er voornamelijk Friese stoelklokken gemaakt. De stoelklok heeft zijn naam te danken aan het tafeltje met vier poten waar de klok op vast gemaakt is. Na 1825 raakte de stoelklok uit de mode en werd de staartklok populair. Bij de staartklok zit de slinger in een slingerkast, dit is de staart waar de klok zijn naam aan te danken heeft. De meeste staartklokken maakte de klokkenmaker op bestelling, de klant bepaalde het uiterlijk en daarmee ook de prijs van de klok. Hierdoor was de staartklok voor bijna alle mensen betaalbaar, veel boeren en burgers hadden dan ook een staartklok. Deze hing vaak in de gang zodat iedereen in het huis de klok kon horen.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.